Geo-morfologisch is het agrarische landschap ten zuidwesten van Gendringen ontstaan uit de doorbraken van grote stromen vanuit de Rijn naar het noordwesten. Nog in de Middeleeuwen werd het gebied ten zuiden en zuidwesten van Gendringen gekenmerkt door vertakkende rivieren. Het door natuurgeweld geschapen landschap is verder gevormd door overlevingsdrang van de mens, die het land bewerkt. De telkens veranderende levens- en productievormen op het platteland zijn afleesbaar aan de veranderingen in het landschap. Het wezenlijke kenmerk van het onderzochte landschap is de voortdurende transformatie, waardoor het gebied een dynamische identiteit heeft gekregen.
‘Koele [nl:voederkuil, opslagplaats, silo]’
Economische ontwikkelingen en regelgeving zetten het voortbestaan van het agrarische bedrijf onder druk. Een van de overlevingsmogelijkheden zijn nieuwe activiteiten op het boerenerf. Een specifiek element van het erf is de voederopslag. Deze betonnen silo transformeert tot een basiselement voor meervoudig nieuw gebruik.
Het urnenveld, dood en leven komen samen. De urnen zijn geplaatst naast gewassen die met de jaargetijden mee veranderen. De groene wilgentenenwand biedt beschutting, bescherming en beslotenheid en daarmee ruimte voor contemplatie.
De beautyfarm, de boer wordt specialist in zuivere producten. Melk, hooi en door algen verwerkte koeienstront worden cosmetische producten. Uit biomassa en wind wordt schone energie gewonnen.
De trekkershutten, faciliteit voor zomprecreanten. Op de silo geplaatste volumes bepalen je blikveld. De beleving van nacht en vuur aan het water staan centraal.
Opdrachtgever:
Archipuncturale
Ontwerp:
Miranda Nieboer, Andrea Prins en Peter Masselink
Status:
ontwerpstudie
Plaats:
Gendringen
Categorie:
prijsvraag
